Wie werkt en zwanger is, krijgt verlof: zwangerschapsverlof. Tot zover weinig nieuws, want vrijwel iedereen is op de hoogte van dit verlof dat (aanstaande) moeders krijgen aan het einde van hun zwangerschap en na hun bevalling. Maar wanneer de baby eenmaal onderweg is, ontstaan er vaak toch vragen. Want dat zwangerschapsverlof, hoe lang duurt dat eigenlijk? Wat is het verschil tussen zwangerschapsverlof en bevallingsverlof? En bij wie moet je het aanvragen, en wanneer? In dit artikel leggen we het allemaal uit. Zo weet je waar je recht op hebt en wat je moet regelen voor je zwangerschapsverlof.
Wat is zwangerschapsverlof?
Zwangerschapsverlof is verlof voor zwangeren die werken of een uitkering krijgen. Dankzij dit verlof kun je als zwangere vrouw een aantal weken voor de bevalling stoppen met werken om rust te nemen en je voor te bereiden op de komst van je kindje. Tijdens je zwangerschapsverlof krijg je een zwangerschapsuitkering, ook wel bekend als de WAZO-uitkering. Deze bedraagt 100% van het dagloon, met een maximum van € 223,40 per dag. Na de bevalling heb je recht op bevallingsverlof en een bevallingsuitkering. In de praktijk worden deze twee soorten verlof samen vaak zwangerschapsverlof genoemd, al bestaat het verlof officieel dus uit twee delen.
Hoe kun je zwangerschapsverlof aanvragen?
Als je in loondienst werkt, vraag je zwangerschapsverlof aan bij je werkgever. Als je een uitkering ontvangt, vraag je het verlof en de bijbehorende uitkering aan bij het UWV. Ook als zelfstandige kun je mogelijk een zwangerschapsuitkering bij het UWV aanvragen.
Zwangerschapsverlof aanvragen bij je werkgever
Werk je in loondienst? Geef dan bij je werkgever aan dat je zwanger bent en vraag meteen zwangerschapsverlof en bevallingsverlof aan. Bij de aanvraag heb je een zwangerschapsverklaring van je verloskundige of arts nodig. Hierin staat de uitgerekende bevallingsdatum. Je werkgever regelt vervolgens de zwangerschapsuitkering door deze aan te vragen bij het UWV. In de meeste gevallen ontvang je de uitkering tijdens je verlof gewoon via je werkgever.
Wanneer moet ik zwangerschapsverlof aanvragen?
Je doet de aanvraag uiterlijk drie weken voordat je met zwangerschapsverlof gaat. Dit is minstens zeven weken voor je uitgerekende bevallingsdatum. De meeste vrouwen vragen echter al veel eerder zwangerschapsverlof aan, bijvoorbeeld omdat ze het mooie nieuws graag willen delen of omdat hun groeiende buik niet meer te verbergen is. Bovendien heb je als zwangere werknemer meer rechten zodra je werkgever op de hoogte is van je zwangerschap. Zo heb je recht op extra pauzes, krijg je vrijstelling van overwerk en nachtdiensten en mag je zwangerschapsonderzoeken tijdens werktijd plannen. En hoe eerder je het nieuws meldt, hoe meer tijd je werkgever heeft om vervanging voor tijdens jouw verlof te regelen.
Zwanger en een uitkering: zelf WAZO-uitkering aanvragen
Ook als je zwanger bent en een WW-, WIA- of Ziektewet-uitkering krijgt, heb je recht op zwangerschaps- en bevallingsverlof. Je krijgt tijdens deze periode een zwangerschaps- en bevallingsuitkering (WAZO). Je moet deze uitkering uiterlijk acht weken voor je uitgerekende bevallingsdatum aanvragen bij het UWV.
Wil je na je zwangerschapsverlof graag weer aan het werk? Misschien vind je wel een leuke baan tussen onze vacatures.
Zwanger en zelfstandige: zelf ZEZ-uitkering aanvragen
Als je zwanger en zelfstandige bent, kun je een ZEZ-uitkering aanvragen. Je doet dit bij het UWV. Je kunt de aanvraag doen vanaf het moment dat je 24 weken zwanger bent tot uiterlijk 2 weken voordat je met zwangerschapsverlof gaat. Het is ook mogelijk om tot 1 jaar terug een ZEZ-uitkering aan te vragen. De uitkering is dan mogelijk wel lager.
Wanneer kun je met zwangerschapsverlof?
Je kiest zelf wanneer je zwangerschapsverlof ingaat: vier, vijf of zes weken voor je uitgerekende bevallingsdatum. Uiteraard overleg je hierover met je werkgever en leggen jullie uiteindelijk samen vast wanneer je verlof begint. De meeste vrouwen proberen bij hun keuze in te schatten tot wanneer ze fysiek gezien in staat zijn om door te werken. Bij een fysiek zware baan kan het bijvoorbeeld goed of zelfs noodzakelijk zijn om zes weken van te voren te stoppen. Andere vrouwen werken graag zo lang mogelijk door als dat lukt, zodat ze na de bevalling meer tijd met hun pasgeboren kind door kunnen brengen. Hoe minder zwangerschapsverlof je namelijk opneemt, hoe langer je bevallingsverlof duurt. Hieronder lees je meer over de totale duur van het zwangerschaps- en bevallingsverlof.
Hoe lang duurt zwangerschapsverlof?
Je kiest het aantal weken zwangerschapsverlof zelf. Je hebt de keuze uit 4, 5 of 6 weken. De totale duur van je verlof is echter langer, omdat je na je zwangerschapsverlof ook recht hebt op bevallingsverlof. In totaal is dit minstens 16 weken. Als je bijvoorbeeld zes weken zwangerschapsverlof hebt opgenomen, krijg je daarna 10 weken bevallingsverlof.
Beval je na de uitgerekende datum? Dan duurt je totale verlof langer. Je krijgt de dagen tussen de uitgerekende datum en de geboorte dan als extra verlof bovenop de standaard 16 weken. Op onze pagina over zwangerschapsverlof berekenen vind je alle info en regels omtrent de duur van het zwangerschapsverlof.
Wist je dat je na het einde van je zwangerschapsverlof nog meer verlof kunt opnemen als jonge ouder? Op onze pagina over ouderschapsverlof lees je hier alles over.
Hoe lang is zwangerschapsverlof bij een tweeling?
Als je in verwachting bent van een tweeling of meerling duurt je zwangerschapsverlof langer: 20 weken in plaats van 16. Meer weten? Lees dan onze blog over zwangerschapsverlof bij een tweeling.
Hoe lang is zwangerschapsverlof voor vaders?
Alle info op deze pagina over verlof bij zwangerschapsverlof is van toepassing op zwangere vrouwen, maar ook als vader in spe heb je na de geboorte van je kind natuurlijk recht op verlof. Kersverse vaders krijgen 1 keer 1 week betaald vrij en kunnen daarnaast aanvullend geboorteverlof opnemen. Meer weten over zwangerschapsverlof voor mannen? Lees dan onze pagina’s over geboorteverlof, vaderschapsverlof, partnerverlof en kraamverlof.
Zwangerschapsverlof en ziekte
Als je ziek wordt voor, tijdens of na je zwangerschap of bevalling, kun je een uitkering krijgen. Of je een uitkering krijgt en welke dat dan is, hangt af van wanneer je ziek wordt en of de ziekte met je zwangerschap te maken heeft. We leggen hieronder per situatie uit waar je recht op hebt.
Ziek voor zwangerschapsverlof
Word je ziek vóór je zwangerschapsverlof en heeft dit met je zwangerschap te maken? Dan vraagt je werkgever een ziektewetuitkering voor je aan. Dit is bijvoorbeeld het geval als je arts je adviseert om rust te nemen en je je daarom (deels) ziek meldt. Je krijgt in deze situatie vanaf de eerste werkdag waarop je ziek bent een uitkering van 100% van het dagloon. De uitkering duurt tot het moment waarop je zwangerschapsuitkering ingaat, tenzij je voor die tijd weer beter bent.
Ben je tijdens je zwangerschap vóór het begin van je zwangerschapsverlof ziek, maar heeft dit niks met je zwangerschap te maken? Dan gelden de regels die altijd gelden bij ziekte. Je krijgt dan dus geen uitkering, maar wordt gewoon doorbetaald door je werkgever.
Ziek tijdens zwangerschapsverlof
Als je ziek wordt tijdens je zwangerschapsverlof verandert er meestal niks aan je uitkering. Je werkgever betaalt je de standaard WAZO-uitkering door die je tijdens je hele verlof al krijgt. Het maakt hierbij niet uit of je ziekte te maken heeft met je zwangerschap of bevalling. Alleen als je na je bevalling je bevallingsverlof flexibel opneemt terwijl je uitkering al is gestopt, heb je mogelijk recht op een ziektewetuitkering.
Ziek na zwangerschapsverlof
Kun je na je verlof nog niet werken, en komt dat door je zwangerschap of bevalling? Meld je dan ziek bij je werkgever. Je krijgt dan maximaal rwee jaar lang een ziektewetuitkering ter hoogte van 100% van het dagloon. Als je na je bevalling ziek bent om een andere reden, gelden de standaardregels over ziekte. Je werkgever betaalt je loon dan door.